Reggio Emilia is een welvarend stadje in het noorden van Italië. Het heeft een linkse, socialistische geschiedenis en het gemeenschap denken is er sterk ontwikkeld. De streek is beroemd om zijn vernieuwende bewegingen, bijvoorbeeld in de psychiatrie (de Antipsychiatrie) en de architectuur.
Het eerste kindercentrum in Reggio Emilia werd door ouders opgericht, gebouwd en gefinancierd. Deze ouders wilden hun jonge kind een goede en positieve start in het leven geven na de ellende van de tweede wereld oorlog.
De opbouw van de maatschappij moest beginnen bij de kinderen. Het moest een kindercentrum worden die de kinderen zou leren om zelf kritisch na te denken. De oorlog had immers laten zien wat er gebeurt als je kinderen enkel en alleen opvoedt om te gehoorzamen.
In dezelfde tijd werkte pedagoog, filosoof en politicus Loris Malaguzzi, met kinderen die door de oorlog getraumatiseerd waren. Zijn therapie bestond niet zozeer uit het praten met de individuele kinderen, maar veel meer uit de kinderen de gelegenheid geven om met elkaar dingen te maken, te doen en zich te uiten. De samenwerking die er in deze tijd ontstond tussen de ouders en Loris Malaguzzi vormde het begin van wat nu wereldwijd bekend is als de Reggiobenadering.
In Reggio Emilia is een pedagogiek ontwikkeld waarin een krachtig en competent kindbeeld centraal staat. In deze pedagogiek ligt de nadruk op wat kinderen kunnen en zijn en niet op wat ze nog niet kunnen en zijn. Men vertrouwt erop dat kinderen alles in huis hebben om zichzelf en de wereld te leren kennen.
Dit betekent niet dat een kind alles al kan, maar dat het alles al in huis heeft om zichzelf en de wereld te leren kennen. Dit staat lijnrecht tegenover het beeld van een zwak en afhankelijk kind. Dat wij als volwassenen alles voor het kind moeten beslissen.
Het kind is nieuwsgierig, wil graag leren en zich ontwikkelen. Een kind wil niet onderwezen worden, maar uitgedaagd worden tot leren.
Dit uitgangspunt geeft ons de opdracht om ervoor te zorgen dat elk kind competent kan zijn, kan ervaren wat hij zelf kan en wil. We moeten er voor zorgen dat kinderen waar mogelijk zelf kunnen eten, zichzelf aan kunnen kleden, zelf naar buiten kunnen gaan, zelf speelgoed en andere materialen kunnen pakken. Zelf kiezen waar je wilt spelen en zelf kiezen wat je wilt doen…
Om vanuit het kind te kunnen werken, moet je oog hebben voor de eigen, unieke wijze waarop het kind zich ontwikkelt en hem hierin respecteren. Als we uitgaan van een competent en krachtig kind, dan betekent dit een andere benadering van het kind. Wanneer het uitgangspunt is dat het kind zelf actief zijn ontwikkeling bepaalt, dan betekent het onderzoek doen naar zijn vragen, zijn ideeën; naar hem als uniek persoon.
Om te weten waar het kind behoefte aan heeft, wat het van ons vraagt, zullen we heel goed naar het kind moeten kijken en luisteren. Het uitgangspunt hierbij is respect voor het kind. Dit betekent dat je een kind serieus moet nemen in alles wat het doet. Dat houdt in dat je nagaat wat een kind wil zeggen met bepaald gedrag.
Wanneer je ontdekt hebt waar een kind mee bezig is, kun je hierop inspelen door materialen te verzamelen en activiteiten aan te bieden die aansluiten bij de leefwereld en interesse van het kind. Op deze wijze helpen wij het kind zich verder te ontwikkelen.
Een ander belangrijk uitgangspunt in de pedagogiek van Reggio Emilia is, dat elk kind ‘100 talen’ tot zijn beschikking heeft. Hiermee worden de vele uitdrukkingsmogelijkheden van het kind bedoeld.
Kinderen hebben van jongs af aan de mogelijkheden in huis om zich op heel veel verschillende manieren te uiten en te laten zien wie ze zijn.
De jongste kinderen kennen de volwassen taal nog niet, maar communiceren al wel. In Reggio zeggen ze: ‘Zij spreken een taal maar wij volwassenen verstaan die niet’. Kinderen kunnen zich uiten door de taal van beweging, mimiek, van klei, van muziek, van bouwen. Alle talen zijn gelijkwaardig en even belangrijk. We moeten het kind leren verstaan. Door te kijken en te luisteren kunnen we het kind leren ‘verstaan’ en leren kennen en hem zo begeleiden in zijn ontwikkeling.
Naast het luisteren (en kijken) naar de 100 talen die het kind in huis heeft om te laten zien wie hij is en wat hij kan zien we het als een uitdaging om het kind met zoveel mogelijk talen in aanraking te laten komen. Dit houdt in dat we er naar streven het kind te omringen met 100 verschillende soorten creatieve materialen, 100 speelmaterialen, 100 schatten, 100 soorten muziek……